zaterdag 25 juni 2016

Veilig onderdak

Politiebureau Utrecht West,  Marco Pololaan
Je kan ook zeggen onder het dak en op de lamp van het politiebureau Marco Polo.
(terwijl de Scholeksters veilig op het dak zitten van het politiebureau Leidsche Rijn)


Tijdens de vergadering van de muziekcommissie van het Utrechts Politie Mannenkoor EXCELSIOR op vrijdag 13 mei 2016, waar de muziekkeuzes werden gemaakt voor de komende concerten, riep Michel de Valk, de dirigent van het koor ineens “ Er zitten Tortels voor het raam “

.
En inderdaad, vlak voor het raam op de buitenlamp, onder het dak is een nest van de Turkse Tortel. Moeder of vader is de al flink grote jongen aan het voeden. Geen camera bij me en dus geen foto’s.
De week er na camera mee, maar het nest is leeg en de jongen Tortels zijn uitgevlogen. 


Ik blijf het nest controleren en zie de tortel weer op de lamp zitten. Een tweede leg.
Vandaag, 24 juni 2016, de camera mee, en ja hoor. Moeder of vader kwam op het nest en de twee jonge tortels werden uitgebreid gevoerd.


Moeder of vader schokte even met haar lichaam en daarna ging de bek open en propten de jonge tortels hun snavel in de bek van de ouder, om vervolgens de krop leeg te drinken of te eten.


Leuk omdat zo van dichtbij te kunnen zien. En nu weet ik waar de term duivenmelker vandaan komt. Ook begrijp ik dat ze maar een legsel hebben van twee eieren. Het lijkt mij vreselijk moeilijk om vier van de snavels tegelijk in je bek te hebben.


Volgens de info van de Vogelbescherming hebben ze wel vijf legsels per jaar, dus regelmatig even blijven kijken of de jonge al zijn uitgevlogen en of er al weer een nieuw legsel in het nest ligt.





TURKSE TORTEL
In 1900 broedde de turkse tortel alleen in Turkije. Tot aan de jaren '30 verspreidde de turkse tortel zich over de Balkan en tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog had de soort het grootste deel van Europa aan zijn areaal toegevoegd; de Nederlandse grens was bijna bereikt. In 1950 werd het eerste Nederlandse broedgeval gemeld, inmiddels heeft de soort geheel Europa veroverd, met uitzondering van Noord-Scandinavië en IJsland.
Voor 1950 broedden er geen turkse tortels in Nederland. Het is nauwelijks voor te stellen hoe snel de uitbreiding van deze hoogproductieve broeder zich heeft voltrokken. Dat komt doordat turkse tortels tot wel 5 broedsels per jaar groot kunnen brengen. De jongen uit het eerste legsel doen een paar maanden later zelf al weer mee aan het voortplanting. Er zijn weinig of geen vogels die zich zo snel kunnen vermenigvuldigen
Voedsel
• Volwassen Turkse tortels eten graag graan en andere zaden, maar soms ook torretjes, rupsen en vruchten.
• Jonge Turkse tortels worden de eerste 4 tot 5 dagen gevoerd met kropmelk (duivenmelk). Dit is een voedselrijke (proteïnen en vetten ) vloeistof die beide ouders in hun krop produceren.  De ouders zijn hierdoor niet belast met het vinden van insecten voor hun kroost en kan de broedtijd een langere tijd in beslag nemen.
• Na enkele dagen gaan de jongen over op vast voedsel, dat de ouders eerst weken in hun krop.
Nestgelegenheid
• Turkse tortels broeden in de vrije natuur meestal dicht tegen de stam van een boom (vooral coniferen) of struik.
• Het nest is simpel en slordig en bestaat uit losjes in elkaar gestoken takjes.
• In de stad zijn Turkse tortels niet kieskeurig. Ze broeden niet alleen in bomen en struiken maar bijvoorbeeld ook op luifels, rolluiken en verkeerslichten.
Broedseizoen
• Broedt het hele jaar door, tot wel 5 legsels per jaar.
• Per broedsel 1 tot 2 eieren.
• Broedduur 14 tot 18 dagen.
• Jongen vliegen na 2 weken uit.

Bijzonderheden
• Turkse tortels zijn een symbool voor liefde. Je ziet Turkse tortels namelijk bijna altijd in paartjes, de vogels zijn bijzonder trouw aan elkaar. Als een verliefd stel draaien ze om elkaar heen. Echte tortelduifjes!
• Anders dan veel andere vogels kan een Turkse tortel met zijn snavel water opzuigen.
• Net als veel andere duivensoorten broeden Turkse tortels het hele jaar door. Dankzij de kropmelk kunnen zij hun jongen altijd voeden, ook in jaargetijden met nauwelijks insecten.
• De Turkse tortel komt sinds 1950 als broedvogel in Nederland voor.
• De afgelopen 20 jaar lijkt de opmars van de Turkse tortel te stabiliseren en zelfs in aantal af te nemen.
• Om hun jongen te beschermen jagen de ouders eksters en gaaien weg bij hun nest. Jonge tortelduiven krijgen duivenmelk als voedsel. Dit is rijk aan proteïnen en vetten en wordt geproduceerd in de krop. Beide ouders produceren dit de eerste 4-5 dagen. De ouders zijn hierdoor niet belast met het vinden van insecten voor hun kroost en kan de broedtijd een langere tijd in beslag nemen. Na enkele dagen gaan de jongen over op vast voedsel, wat de ouders eerst weken in hun krop. Jongen van januari of februari kunnen al aan het einde van datzelfde jaar zelf aan het broeden slaan.

UPDATE 01-07-2016
Het gaat goed met de Torteltjes. Ze zijn goed gegroeid in en week tijd.



zondag 19 juni 2016

Controle op het dak

Edwin met Scholekster
Het is alweer even geleden dat ik samen met Tijs het dak van het politiebureau ben op geweest om de groei van de jonge Scholeksters te controleren.

Scholekster

Scholekster
wat een vieze snavel, en  dat op een schoon dak
Bij binnenkomst in het bureau wordt er eigenlijk vanuit gegaan dat we de vogels gaan verjagen. De volwassen Scholeksters zorgen voor veel overlast. Naast het voortdurend piepen bij onraad, lopen ze over de daken van de auto’s heen en beschadigen ze de lak.
Nee, dat dus niet. Maar een tip voor volgend jaar, zorg dat het dak niet meer aantrekkelijk is voor het ‘bouwen’ van een nest. Echt bouwen is het niet, gewoon even met het achterwerk wiebelen om een kuiltje te maken en hup, de eieren er tussen. Dat is alles.

Ze mogen weer rennen



Leuk , twee volwassenen, vertederend kijken naar het jonkie
Beide jonge Scholeksters lopen nog op het dak en na een flinke spurt weet Tijs ze allebei te vangen. Na controle, meten en wegen mogen ze terug. Tijs drukt Edwin een vogel in zijn hand en samen lopen ze terug naar de plaats waar de Scholeksters zich lieten vangen. Nog even en ze verlaten deze veilige omgeving. Het ouder paar en waarschijnlijk een jong uit de eerste leg kijken al roepend van een afstand toe.



Daarna sluiten we op deze Vaderdag, bij de Chinees, buiten in de rij aan. Een uurtje later rijden we richting huis.

Aan de stok herken ik de ringer.

echtpaar Putter

Henk z'n stokje
Soms hangt bijna dagelijks Tijs aan de lijn voor een leuke actie ergens in de natuur en nu was het Henk die belde.
Of ik hem wilde helpen in de Molenpolder. Natuurlijk.
Hoe vroeg ? Mag het een uurtje later zijn ?
Het gekke is dat je er toch een beetje op ga slapen en daardoor toch weer vroeg in de polder sta.

Even terug naar het stokje.
Voordat de vogels geringd worden, gaan ze even in een zakje.
Worden ze niet gestoord door de omgeving en zijn ze rustig.
Die zakjes moet je even kwijt en daar heeft iedere ringer zijn eigen stokje of methode voor.


Molenpolder
In de polder ontmoet ik ook Janine, die nu voor de tweede keer bij Henk komt kijken naar de vogels en de administratie kan bijhouden.
Wel bijzonder dat Janine dezelfde zoölogische analiste opleiding gevolgd heeft als ik voordat ik overstapte naar de politie en dat ze zelfs op hetzelfde laboratorium gewerkt heeft. In ieder geval voldoende gesprekstof. Herinneringen van vroeger. Maar daar waren we niet voor in de polder.

Goudvink man

Henk ( rnger) en Janine ( administratie)

Boerenzwaluw
De Molenpolder is een prachtig stukje natuur, water,  groen en stilte op de zang of roep van een vogel na. Mede door de weersomstandigheden is het een groene oase, waarbij het in het begin een worsteling is om tussen het hoge riet te lopen. Een regenbroek in de ochtend is erg wenselijk. Maar in de loop van de ochtend werd het beter en lag zelfs de ringslang in het zonnetje.

jonge Koolmees

Bijtertje

jonge Pimpelmees

Goudvink man -korte stevige snavel
Het is wel even iets anders het ringen in alle rust in de polder of het ringen van de Oeverzwaluwen bij de Haarrijnseplas. Maar uiteindelijk was er toch een behoorlijke variatie aan vogels en was het een mooie ochtend. Wel bijzonder om drie Goudvink-mannen tijdens een ringsessie te vangen.

Henk met de Puttertjes

Rietzanger

Zanglijster 

Goudvink, lekker uitrusten

Vink vrouw

Zwartkop

Zwartkop man

Zwartkop
resultaten

zaterdag 18 juni 2016

En toch is het geen woensdag

Net geboren
De derde zaterdag van de maand.
Ik ben vroeg en besluit om nog even langs de Haarrijnseplas te lopen op zoek naar de Roodhalsfuut, die Riet en ik een paar dagen eerder in de plas gespot hadden.

Vissers bij de Haarrijnseplas
De Fuut niet gezien, maar wel een flink aantal vissers die in het weekend kamperen langs de plas. Tent, stretcher, slaapzaak en BBQ en daarbij natuurlijk een paar hengels met de nodige attributen om mogelijk een grote vis aan de haak te slaan. Jammer dat er ook stel precies onder de vogelkijk-hut zitten.

Roodborsttapuit
Maar goed het is niet anders. Voor de koffie nog even langs de Roodborsttapuit, die zijn vast plekje heeft bij de door ons gebouwde wilgentunnel. En ja hoor hij zat te zingen op een wilgentak boven op de tunnel.
Torenvalkkast
De Torenvalk in de boomgaard achter het kantoor heeft ook jongen. Nog net zie ik een kopje boven de rand uitkomen. Later hoor ik dat er vier jongen in de nestkast zitten.

Bij het kantoor staat de fiets van Henk, verder is het nog stil.
Dus maar even langs de varkens in de open stal.
Een aantal jonge biggen lopen rond de grote zeug.
In het hok daarnaast zie ik tussen het stro een heel klein biggetje.
Net geboren en zelfs nog nat.
Moeder staat er een beetje onrustig bij.
Ach, een varken kijkt niet op een dag of in de agenda of de datum van de bevalling wel klopt.
Een half uurtje later liggen zijn er nog een paar biggetjes geboren.
De boer zet de omgeving rond het hok af om de zeug de nodige rust te geven.



medeleven van de buurvrouw


Wij gaan, dit keer met een klein groepje vrijwilligers richting de eendenkooi om te gaan hooien. Door zo af en toe een lekker buitje regen, is alles groen en groeit het als kool. 

mooi groen

hooien


Nu is hooien een groot woord. Het gemaaide gras, van een behoorlijke lengte moest worden afgevoerd. Met de kar, of kruiwagen, maar uiteindelijk toch maar met de electro-kar.
Wat komt er dan toch nog veel gras van zo’n stukje groen.