|
Draaihals |
Gisteren was de CES 1A in de eendenkooi en vandaag hadden we
de CES 1B in de griend.
Een vrij rustige ochtend voor wat aantal vogels betreft.
Ook de omgeving was gehuld in een sirene rust en mist. Het
had weer licht gevroren, en sommige netten waren dan ook moeilijk
op te zetten vanwege deze vorst.
Op zich is iedere vogel bijzonder, maar sommige vogels zijn
meer bijzonder dan de anderen.
Altijd leuk is een Blauwborst, die we regelmatig tegenkomen in de netten, minder
algemeen zijn de Witte Kwikstaart en de Graspieper, die deze ochtend ook een
ringetje kregen.
Echt bijzonder is toch wel de Draaihals.
Voor mij de eerste keer dat ik deze
vogel uit een net kon halen.
En natuurlijk even de ruimte gepakt om deze
bijzondere specht op de foto te zetten.
Wat een ontzettend mooie en bijzondere vogel.
Het zonnetje maakte de ochtend compleet.
Een mooie start van het CES-seizoen.
De Draaihals
De Draaihals. Eurasian Wryneck, Jynx torquilla is met zijn bruine camouflagekleuren een heel
ander soort specht dan de bekende grote bonte specht. In Nederland vooral als
zeldzame doortrekker te zien. Hij nestelt in boomholten, vooral in berken.
Alleen tijdens de broedperiode zitten draaihalzen vaak, zoals de andere
spechten, tegen een boomstam; de rest van het jaar vooral op de grond.
Draaihalzen foerageren in schrale pioniervegaties op zandgrond en leven van
mieren. Ze overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Draaihalzen zijn onopvallende, maar onmiskenbare vogels. Hun
bruine verenpak biedt een uitstekende camouflage in de oude loofbomen waarin ze
broeden. De draaihals dankt zijn naam aan de flexibele hals, die in vreemde
kronkels gedraaid kan worden.
De Nederlandse draaihalzen overwinteren in Afrika ten zuiden
van de Sahara. Vanaf half april-begin mei zijn ze weer terug in Nederland. Tot
in mei zijn ook overal in Nederland doortrekkers (zeldzaam) waar te nemen die
richting Scandinavië gaan. Ze trekken 's nachts. In het najaar doortrek van
half augustus tot ver in oktober. ( Bron Vogelbescherming)