|
Pestvogel |
Tussen de kerstconcerten door even naar buiten. In
Nieuwegein zijn er Pestvogels gezien. Een prachtige vogel die in Noord-Rusland
thuis hoort en tijdens de winter komt buurten in Nederland. Ik heb hem wel eens
eerder gezien, zelfs in Maarssenbroek, maar een mooi plaatje schieten van deze
vogel stond nog op mijn lijstje.
Bij aankomst op de op waarneming aangegeven locatie, staan
al enkele vogelaars met van die grote lenzen. De vogels, drie stuks zijn net gevlogen.
Na een omtrekkende beweging komen de vogels toch weer in beeld en laten zich
goed op de foto zetten.
Algemeen
Doortrekker en wintergast, meestal in (zeer) klein aantal,
soms in vrij groot aantal.
De broedgebieden van de pestvogel liggen rondom de noordpool in de boreale
naaldbossen. In Europa herbergen Finland en Zweden de belangrijkste aantallen.
Pestvogels worden in Nederland vooral aangetroffen op
besdragende struiken. Al met al een totaal andere omgeving dan de noordelijke
sparrenbossen waar de pestvogel broedt.
Vanwege de rode, lakachtige vleugelveertjes noemen de
Engelsen hem ‘Waxwing’ . Dat klinkt flatteuzer dan onze naam voor deze gast uit
het noorden: pestvogel. Hij woont in de dichte taigabossen in Noord-Rusland en
de bosrijke gebieden van Finland, Zweden en Noorwegen. In de winter eet hij
bessen. In een slecht bessenjaar trekken de pestvogels naar het zuiden en
zuidwesten. Dan komen deze prachtvogels bij ons eten van Gelderse roos of
liguster. Soms zie je ze in geen jaren, en dan is er ineens weer een winter met
een hele invasie aan pestvogels. Vroeger wist men met dit onverwachte optreden
geen raad. De vogel werd daardoor symbool van allerlei onheil. Zo sprak men in
het oude Griekenland van ‘vonkenvogel’, omdat de rode vleugelpuntjes – ook wel
lakplaatjes genoemd - brand zouden stichten. Een Boheems schilderij uit ca.
1360 toont Madonna en het kindje Jezus met een pestvogel in zijn hand. Kort
daarvoor werd de streek geteisterd door de pest. Mogelijk is toen de naam
pestvogel ontstaan, en symboliseerde het schilderij de menselijke onmacht tegen
de ziekte. Ook zouden pestvogels oorlog brengen. Toen in 1618 de Dertigjarige
Oorlog uitbrak, verschenen er pestvogels op het strijdtoneel. Men noemde ze
‘Kriegsvƶgel’. Nu weten we beter en kunnen we er ons over verbazen hoe
makkelijk ze te benaderen zijn. Dit laatste komt omdat ze in hun
geboortestreken zelden een mens zien en dus ook geen enkele angst voor ons
ontwikkeld hebben. Pestvogels zijn fraaie vogels om te zien. Zo groot als een
spreeuw, rossig gekleurd en met een staartpunt die wel in okergele olieverf
gedoopt lijkt te zijn. Bovendien hebben pestvogels een kuif waarmee ze
stemmingen aan kunnen geven. Geagiteerde vogels zetten kuif en veren op, maar
wanneer de vogel lekker in zijn veren zit en zich in groepsverband tegoed doet
aan een bessenbonanza wil het kuifje ook nog wel eens opstaan. (bron:
vogelbescherming.nl)