|
Vuurgoudhaantje |
Het voelt niet echt koud, maar het heeft in de nacht wel iets gevroren.
Over
het land ligt een witte waas.
De waterdruppels in het net zijn ijs geworden.
Wachten op het zonnetje voordat alle netten open kunnen. Heel voorzichtig komt
er een zonnetje in de mist tevoorschijn.
|
Roodborstje nieuwsgierig kijkend naar het ringen |
Naast de Roodborstjes, zijn het de Goudhaantjes en de
Vuurgoudhaantjes die zich laten zien in het net.
En het zijn van die leuke kleine vogeltjes, zo gedetailleerd en kleurrijk, met
maar een gewichtje van rond de vijf gram.
De (Vuur)Goudhaantjes krijgen een ringetje (2mm) van maar
0,04 gram. Dit gewicht is dus zo laag, dat de vogeltjes er geen last van
hebben.
|
Vuurgoudhaan |
|
Goudhaantje, man en vrouw |
GOUDHAANTJE
De goudhaan is Europa’s kleinste vogel. Van snavel tot
staartpunt meet hij slechts 8,5 cm, en ze wegen vaak niet meer dan 5 gram! Het
is een zangvogel die vooral te vinden is in naaldbossen met lariksen en
sparren. Ook al komen er grote aantallen goudhaantjes voor in ons land, ze
worden in de broedtijd niet vaak gezien. Ze leven namelijk vooral in de toppen
van naaldbomen.
Hun aanwezigheid wordt meestal verraden door hun liedje of
roepjes van hoge tonen; ‘zrie-zrie-zrie’. Door de hoge tonen zijn ze helaas
minder goed te horen voor oudere mensen waarbij het gehoor wat achteruit is
gegaan. Ze leven in groepjes en trekken vaak op met mezen.
Goudhaantjes kunnen
ontzettend tam zijn en vooral in de trektijd als er duizenden in ons land
neerstrijken zijn ze zo met voedsel zoeken bezig dat je ze soms bijna aan kunt
raken.
Klein, mosgroen vogeltje met een opvallende gele kruinstreep
met zwarte zijbanen. Wat ook opvalt is het zwarte kraaloog in een witgrijs
gezicht. Ze vliegen vaak rusteloos door het (naald)bos, af en toe stil hangend.
Het mannetje kenmerkt zich door een duidelijke felle oranje veeg in de gele
kruinstreep.
Goudhaantjes hebben een voorkeur voor naaldbos, in het
bijzonder sparrenbos. De dichtheden zijn dan ook het hoogst waar veel
sparrenbos te vinden is, zoals op de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en in
Drenthe. Broedt hier in een komvormig nest dat met haren en veertjes is bekleed
van april tot juni. In twee legsels worden elk 7-13 eieren gelegd. Na 14-17
dagen komen de eieren uit, nog 17-22 dagen later kunnen de jongen vliegen.
Hierna worden de jongen nog 12-18 dagen door de ouders gevoed met Geleedpotigen.
Over het algemeen aangepast aan kleine soorten zoals springstaarten
(Collembola), bladluizen (Aphidoidea), kleine motten (Lepidoptera) en kleine
spinnetjes (Araneae).
VUURGOUDHAANTJE
De vuurgoudhaan lijkt op een goudhaan, maar met nog fellere
kleuren. De kruin- en zijkruinstrepen zijn ongeveer gelijk, maar de
vuurgoudhaan heeft een contrasterende witte wenkbrauwstreep en daaronder een
gitzwarte oogstreep door het oog heen. Dit geeft aan de kop van dit bijzonder
kleine vogeltje een vurig uiterlijk. Het mannetje heeft in plaats van geel een
geheel fel oranje kruinstreep. Maar naast het verschil in uiterlijk maken zang,
biotoop, trekgedrag en leefwijze hem eigenlijk tot een totaal andere vogel.
Naast de gele kruinstreep geflankeerd door een zwarte
zijkruin, heeft de vuurgoudhaan ook nog een spierwitte wenkbrauwstreep, een
zwarte oogstreep en daaronder weer een witte veeg. Mannetjes zijn bovendien
veel makkelijker te herkennen doordat de middenkruinstreep donker oranje is,
bijna tegen het rode aan. Tot slot, als het te zien is, heeft de vuurgoudhaan
een fraaie geelgroene kraag rondom zijn kop.
De zang is (subtiel) anders dan bij goudhaan: versterkend
(crescendo) en versnellend, maar ook erg hoog. Het mist de herhaling die bij
goudhaan duidelijk aanwezig is. Roep van vuurgoudhaan is hoog; een geoefend oor
kan de verschillen horen met de goudhaan. Versnelt, verhoogt en is wat rauwer.
Broedvogel voornamelijk in de oostelijke helft van
Nederland, vanaf half april. In twee legsels worden elk 7-11, soms 12 eieren
gelegd, in een 3-laags nest van veren, mos en twijgjes. Het nest wordt vaak
gemaakt in een conifeer, of anders klimop of jeneverbes. Broedduur 14-15 dagen,
waarna de jongen 20 dagen in het nest doorbrengen, en zodra ze uitgevlogen zijn
nog ongeveer 14-15 dagen gevoed worden door de ouders.
VOGELTREK
Korte-afstands trekker, maar vroeger (eind
augustus/september) dan goudhaan (oktober/ begin november). Er zijn nauwelijks
goede gegevens over de trekbewegingen van vuurgoudhaantjes beschikbaar. De
herkomst van vuurgoudhanen die door Nederland trekken is niet bekend. Het is
waarschijnlijk dat dit voornamelijk Deense en Duitse broedvogels zijn, maar
broedvogels uit oostelijker gelegen landen is zeker niet uitgesloten.
Wintergast in vrij klein tot vrij groot aantal, ook in west-Nederland. Zeker in
milde winters kunnen vuurgoudhanen in behoorlijke aantallen in Nederland
blijven, vaak dichter bij bewoonde wereld, en zoeken ze gemengde mezengroepen
op.
(Bron : vogelbescherning )