Jacobskruiskruid |
Jacobskruiskruid
Normaal loop je er aan voorbij. Een zee van gele bloemetjes tussen
het hoge gras.
Maar zo leuk blijken die bloemen toch niet te zijn.
Ze blijken zelfs giftig te zijn voor het vee.
Dus de zaterdagmorgen, met de vrijwilligersploeg van
Natuurmonumenten, besteed aan het uittrekken en verwijderen van de Jacobskruiskruid.
Was weer een ochtend hard werken, met als resultaat straks schoon
hooi voor de koeien en paarden.
Jammer voor de insecten, maar als je goed kijkt, zie je overal de gele bloemen
van het Jacobskruiskruid, ook buiten de weilanden.
Natuurlijk kwam de vraag om een foto voor de arbeid en na de
arbeid te plaatsen op de blog.
Tuurlijk, doen we.
Thuis het internet ingedoken om eens te kijken wat we over deze plant te weten
kunnen komen.
Een samenvatting van wat wetenswaardigheden op de blog gezet.
Voor |
Na |
Jacobskruiskruid |
Hoe pakken we hwt aan? Gewoon plant halverwege beetpakken en hard trekken |
Op linie door het grasland |
de laatste planten in het weiland |
Klaar !!! |
Jakobskruiskruid
Jakobskruiskruid is een plant die echt in Nederland
thuishoort, in matig schrale tot schrale graslandvegetaties. Vroeger was de
plant vooral in de duinen algemeen, maar de laatste jaren neemt de soort sterk
toe. Inmiddels is hij te vinden op zandgronden in het hele land. In kleigebieden
is jakobskruiskruid vooral te vinden op verstoorde bodems en op plaatsen waar
zand is opgebracht (industrieterreinen, en wegbermen bijvoorbeeld).
Jacobskruiskruid sorry steenhommel, nu even doorvliegen |
Een jakobskruiskruidplant kan tussen 50.000 en 200.000 zaden produceren. De plant bloeit in juli en augustus, en de zaadverspreiding vindt vooral in augustus plaats. Op plekken waar gemaaid is kan de plant opnieuw tot bloei komen en dan ook in september nog zaad dragen.
Het zaad wordt vooral (60%) door de wind verspreid. De
pluizen waaraan de zaden hangen zie je soms honderden meters door de wind
meegevoerd worden. Het zaad zelf is er dan echter al uit. Verreweg het meeste
zaad is binnen vijf meter van de plant al uit het pluis verdwenen. Op een
afstand van meer dan 25 meter is de zaadverspreiding haast verwaarloosbaar. Als
veilige marge kan dan ook een afstand van 50 meter worden aangenomen.
Jakobskruiskruid kan niet kiemen in dicht en bemest
grasland. Ook in minder bemeste omstandigheden met een gesloten zode vindt
nauwelijks kieming plaats. De plant vestigt zich het beste op gestoorde open
plekken.
Daarnaast is het een heel waardevolle nectar- en
stuifmeelleverancier. Zo zijn er meer dan 150 Nederlandse soorten insecten
bekend die de plant gebruiken als voedselplant, waaronder 32 soorten bijen, 38
soorten zweefvliegen en 38 soorten vliegen. Van 27 soorten dagvlinders (de
helft van alle Nederlandse soorten) zijn waarnemingen op jakobskruiskruid
bekend. Negen van die dagvlinders zijn Rode Lijst-soorten, soorten dus die
kwetsbaar zijn en worden bedreigd.
Naast de functie als voedselleverancier is jakobskruiskruid
ook voor meer dan 30 soorten de plant die ze gebruiken voor de voortplanting;
de larven leven ervan. Van die 30 soorten zijn er zelfs een paar die helemaal
op jakobskruiskruid zijn gespecialiseerd en dus uitsterven als de plant
verdwijnt. De sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaeae) is hiervan een voorbeeld. De
zwart met geel gestreepte rupsen slaan de gifstoffen op in hun lichaam en zijn
daarmee oneetbaar voor hun meeste vijanden. De larven van de bladkever Longitarsus
jacobaeae leven in de wortels en de stengel van de plant
De giftige stoffen in Kruiskruiden blijven in de plant en
‘besmetten’ de rest van het hooi niet. Het is wellicht wel verstandig om de
rest van de hooibaal niet voor consumptie te gebruiken om uit te sluiten dat
onherkenbare resten van Kruiskruid planten die zich in het hooi kunnen bevinden
tot vergiftiging kunnen leiden.
https://www.jakobskruiskruid.com/
Jacobskruiskruid |
Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea) is een bekende giftige plant in Nederland. Omdat de planten onsmakelijk en relatief droogtebestendig zijn, vermeerderen ze in de loop van de tijd vooral onder omstandigheden van overbegrazing en droogte. Jacobskruiskruid is te vinden in veel weilanden, bosranden en wegbermen. Blootstelling van dieren aan Jacobskruiskruid is om die reden een reëel risico. In eerste instantie wanneer dieren grazen op plaatsen waar de planten groeien, al zullen de meeste dieren Jacobskruiskruid niet eten als er alternatief voer beschikbaar is want Jacobskruiskruid is onsmakelijk. Het grootste risico is er als de planten terechtkomen in hooi en kuilgras. Het droog- en conserveringsproces zorgt voor het verloren gaan van de onsmakelijkheid. De giftige effecten van Jacobskruiskruid zijn te wijten aan gifstoffen die pyrrolizidine-alkaloïden (PA's) worden genoemd. Deze gifstoffen tasten vooral de cellen van de lever aan. PA's worden in alle delen van de plant gevormd en blijven actief in gedroogde planten. De plant is dus te allen tijde en in elke groeifase giftig.
Jacobskruiskruid-vergiftiging geeft verschijnselen van
leverfalen, zoals geelzucht, zonnebrand. Maar ook afwijkend gedrag, zoals
ernstige depressie, doelloos ronddwalen of cirkelen en evenwichtsproblemen en
uitval. Verschijnselen kunnen ook minder duidelijk zijn zoals productieklachten
en vermageren. Schapen en geiten zijn relatief ongevoelig voor de effecten van
PA's in vergelijking met andere landbouwhuisdieren. Bij langdurige opname van
kleine hoeveelheden Jacobskruiskruid wordt telkens een klein deel van de lever
aangetast en is de schade onomkeerbaar. In de loop van de tijd kan dit
uiteindelijk leiden tot vergiftigingsverschijnselen en de dood.
https://www.gddiergezondheid.nl/nl/Diergezondheid/Management/Giftige-planten/jacobskruiskruid
Geen opmerkingen:
Een reactie posten