|
Westbroeker Poldermoelen en Poldermolen Buitenweg |
Zaterdag 14 mei 2011 was het weer de open molendag. Aangezien we in een polderland wonen, zijn er hier in de omgeving nog diverse molens. Vanzelfsprekend valt het oog dan op de Westbroeker Poldermolen en de Poldermolen Buitenweg. Gebroederlijk naast elkaar, maar toch met hun eigen polder om te bemalen, hetgeen al terug te vinden is aan het adres. Westbroeker poldermolen staat binnen de gemeente Maarssen en poldermolen Buitenweg staat in de voormalige gemeente Oud Zuilen. Beide molens zijn prachtig te zien vanaf de Zuilense Ring, tussen Maarssen en Utrecht.
|
Westbroeker Poldermolen |
De Poldermolen Buitenweg is een kleine wipwatermolen, die gebruikt wordt voor polderbemaling van de polder Buitenweg. De molen werd gebouwd in 1853 in opdracht van de boeren in de polder. Voorheen hadden die boeren een eigen kleinere molen.
Voor deze gelegenheid hebben we een bezoek gebracht aan de Westbroeker Poldermolen. De molen gebouwd in 1753 en werd en wordt gebruikt voor de bemaling van de polder Westbroek. Het is een achtkantige grondzeiler bovenkruier. Dat houdt in dat het grondvlak achthoekig is uitgevoerd, de kap ten behoeve van het op de wind zetten verkruid kan worden en de wieken vanaf de grond door de molenaar van zeil kan worden voorzien. De achtkante vorm is de meest voorkomende uitvoering van molens in ons land ( in het verleden stonden er 10.000 molens in Nederland) De opbouw bestaat uit een achttal zogenoemde achtkantstijlen, onderling verbonden door bintbalken en veldkruizen en nog diverse andere constructiedelen. Dit stevige houten geraamte staat op een 2.20 meter hoge veldmuur. Bovenop het geraamte ligt de kap met tussen beide delen het zogenaamde kruiwerk. Dit kruiwerk bestaat uit twee zware houten ringen met daartussen de 48 kaprollen. Tezamen vormen deze delen de oudst bekende toepassing van een rollenlager.
|
Woongedeelte |
De kap kan op deze rollen naar de wind gekeerd worden, wat dient te gebeuren om zoveel mogelijk energie uit de wind te halen. Het kruien zelf wordt gedaan met behulp van de staartconstructie, welke van de kap af naar beneden reikt en bestaat uit een zware staartbalk en een viertal schoren. Onderaan de staartbalk is het kruirad aangebracht, waarmee de molenaar de uitgelegde ketting opwindt en daarmee de molenkap in de gewenste stand trekt. Het wiekenkruis aan de tegenovergestelde kant van de kap is het meest belangrijke deel van de molen. Niet alleen dat het wiekenkruis een molen pas tot een windmolen maakt, maar de vier wieken leveren de benodigde energie voor het uitoefenen van de molenfuncite. ( bron: uitgave gemeente Maarssen, Historische Kring 1987)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten