Kerkuil |
Je zou haast zeggen dat een kerkuil in een kerk zijn
huisvesting heeft, maar dat is niet zo. De meeste kerkuilen wonen in een kast,
ergens hoog hangend in een boerenschuur.
Vroeger zaten de uilen wel in de kerktoren en konden ze vlak onder de toren op de velden op jacht. Op zoek naar muizen. Maar ook de dorpen zijn volgebouwd en rondom de kerktoren is geen gras en geen muis meer te bekennen.
controle kerkuilenkast |
Afgelopen week een
lezing bezocht van Mark van Leeuwen. Mark houdt, als bioloog, zich al heel lang
bezig met het volgen van de kerkuilen in de provincie Utrecht. Timmert kasten in
elkaar en hangt ze op in de schuren bij de boeren in ons gebied. Vanzelfsprekend
volgen daarna de controles.
mooie kerkuil man |
Omdat ik regelmatig met Tijs, Johan of Henk op pad ben met
het controleren van uilenkasten, was zijn verhaal grotendeels bekend terrein.
kerkuil vrouw |
Toch nieuw was het gegeven dat de erg veel kerkuilen omkomen
in het verkeer en veel kerkuilen niet ouder worden dan twee jaar ( dit op basis
van de terugmeldingen van geringde uilen.)
Was nog niet toegekomen aan een blog over de kerkuil, bij
deze een beeld van de controles door VRS De Haar in de afgelopen periode.
kerkuil |
In tegenstelling tot het ringen op onze vast locatie, waar
in een ochtend regelmatig meer dan honderd vogels geringd en/of gecontroleerd.
Bij de controle van kerkuilenkasten is dat een ander
verhaal. Het rijden van erf naar erf.
Het contact zoeken met de eigenaar.
Een
ladder of ander instrument is nodig om bij de kast te komen.
kerkuil |
Maar goed het blijft voor mij bijzonder om zo’n prachtige uil of de jonge van
dichtbij te bekijken.
Moeder zorgt voor de kleintjes.
Het
mannetje mag wel langs komen met eten voor de kleintjes, maar moeder voert ze
en maakt als het nodig is hapklare brokken.
hoog in de nok van de schuur |
Mocht moeder in die periode, bijvoorbeeld bij een
verkeersongeluk om het leven komen, dan brengt het mannetje wel een prooi voor
de jonge, maar het zou zo maar kunnen dat ze het dan toch niet overleven omdat
de prooi te groot voor hen is.
Pa maakt er geen hapklare brokken van.
kerkuil |
UILEN WEETJES
In de hele wereld, behalve op de Zuidpool, leven uilen. Meer
als 175 verschillende soorten. De Latijnse naam voor uilen is Strigiformes. Dit
woord is afgeleid van het Latijnse woord Strix, dat heks betekent. Hieraan kan
je zien dat sommige mensen vroeger uilen eng vonden en er zelfs bang voor
waren. Deze mensen dachten dat uilen de brengers van ongeluk en dood waren.
en weer de ladder op |
kerkuil |
Bij de Grieken was de uil juist het symbool van wijsheid.
Vreemd genoeg staat de uil ook soms voor domheid. Denk maar aan uilskuiken(=domoor),
uilachtig kijken (=dom kijken) of uilig (=dom). Door de jaren heen wisten de
mensen dus niet goed wat ze moesten denken van uilen. Het waren maar
geheimzinnige nachtjagers, die ook nog geruisloos konden vliegen en enge
geluiden maakten. We weten nu door wetenschappelijk onderzoek dat het
bijzondere vogels zijn de op een speciale manier jagen. De meeste uilen hebben
zich gespecialiseerd in de nachtjacht, maar er zijn ook uilen die overdag
jagen.
Uilen worden de nachtroofvogels onder de roofvogels genoemd.
Buizerd en torenvalk zijn bijvoorbeeld dagroofvogels. Roofvogels zijn vogels
die op andere dieren jagen. En dus carnivoren (vleeseters)zijn.
Uilen hebben sterke klauwen waar ze hun prooi mee grijpen en
vaak ook al mee doden. Uilen hebben vier tenen, twee naar voren en twee naar
achter. Eén teen van achter kan eventueel naar voren gedragen worden. De poten
zijn licht bevederd.
Op de vleugelveren van een uil zit een soort fluweelachtig
dons, aan de rand zit een fijne franje; hierdoor kan een uil geruisloos
vliegen.
de lucht in |
Het gezicht van een uil heeft vaak veren die rond zijn ogen
schuin gerangschikt zijn. Dit noemt men de “sluier”. Deze veren geleiden de
geluidsgolven richting de oren. Rondom de snavel bevind zich een verenborstel.
Deze “borstel” gebruikt de uil omdat hij van kortbij niet goed kan zien en zo
zijn prooi kan voelen of bij het voeren van de jongen.
meten - snavellengte |
De enorme oren bevinden zich achter het gezicht of “de
sluier”. Het zijn gaatjes die verborgen onder de kopveren zitten en je kunt ze
dus niet zien. Uilen kunnen de kleinste ritseltjes en piepgeluidjes horen. Ook
kunnen ze heel goed horen waar het geluid vandaan komt en hoe ver het is. Dit
komt omdat de oren niet op dezelfde hoogten zitten. Zo kunnen ze van
verschillende kanten geluidsgolven opvangen en bepalen waar de prooi zich
bevind. Vandaar dat een uil ook met zijn kop beweegt voor in te schatten waar
de prooi zich bevind. Veel soorten uilen hebben “oorpluimen”, die echter niets
met het gehoor te maken hebben. Het zijn verlengde kopveren, die iets over de
stemming van de uil zeggen. Zit de uil in rust dan is zijn verenkleed mooi
losjes gerangschikt en dragen zij hun oorpluimen iets liggend. Is de uil alert
of op zijn hoede dan gaan de oorpluimen omhoog. Verder worden de oorpluimen per
soort verschillend gedragen bij bv. dreighouding of zich “onzichtbaar” maken tegen gevaar.
meten - tarsus |
meten - vleugellengte |
De ogen van een uil kunnen niet draaien, ze zitten vast in
de oogkas. Als een uil wil rondkijken moet hij dus zijn hele kop draaien. Hij
kan zijn kop 270 graden draaien. Dit is driekwart rond! En dat zowel naar
rechts als naar links. Uilen zijn bijziend. Ze kunnen dus van dichtbij niet
goed zien. Iets dichtbij zoals een prooi in de poot of een te voeren jong
tasten de uilen even af met de veerborstels die om de snavel heen zitten. Uilen
kunnen wel heel goed in de verte kijken. Afhankelijk van het soort kunnen de
ogen van uilen drie kleuren hebben, namelijk zwartbruin, oranje of geel. Aan de
kleur van de ogen kan je bijna altijd zien in welk deel van de dag hij jaagt. De
uilen met zwarte ogen jagen ’s nachts. De uilen met oranje ogen jagen ook in de
schemer en de uilen met gele ogen jagen overdag.
de ring |
onderzoek - leeftijd |
meten - kop/snavel |
Iedere Uil broed op verschillende wijze. Afhankelijk van de
leefomgeving waarin ze wonen. Ook het aantal eieren, tijd van broeden en tijd
van in het nest verblijven verschilt per soort. Voordat de uilskuikens
uitvliegen maken ze al kleine uitstapjes of fladderen in en rond het nest. In
deze periode worden ze takkelingen genoemd. Kom je zo’n stuntelaar tegen ,dan
moet je hem niet meenemen. Ze redden zich prima en hun ouders zijn in de buurt,
ook al zie je ze misschien niet.
De spijsvertering van een uil:
De uil eet meestal zijn prooi met huid en haar op. Uilen
hebben géén krop en juist wél een blinde darm, in tegenstelling tot de meeste
andere vogels. De maag bestaat uit twee delen. De kliermaag en de spiermaag.
Via de slokdarm komt het voedsel eerst in de kliermaag aan.
Dit wordt ook wel de echte maag genoemd. Het maagzuur wordt hier aan het
voedsel toegevoegd. De spijsvertering gaat vrij snel waarbij de maagsappen niet
in staat zijn botjes aan te tasten.
braakballen |
Van de kliermaag gaat het voedsel naar het tweede deel, de
spiermaag. Deze maag is sterk gespierd en van binnen bekleed met een harde
geribde binnenlaag. De onverteerbare delen zoals botjes en haren worden
verzameld in deze spiermaag. Ze worden hier samengeperst tot een bal die
uitgebraakt wordt zodra hij een bepaalde grootte heeft bereikt. De braakballen
zijn met slijm bedekt en samen met de haren van de opgegeten prooi werkt dit als
bindmiddel waardoor ze niet uiteen vallen en gemakkelijk de slokdarm kunnen
passeren. Daar krijgt de braakbal zijn vorm. Het uitbraken van de ballen is
geen reflex maar een gewilde beweging, die naar eigen keuze wel of niet
ingehouden kan worden. Na een onvoldoende maaltijd of een hongerperiode in het
vooruitzicht houdt de uil de ballen langer in de maag.
Een uil die alleen schoon vlees te eten krijgt (dus zonder veren, haren of botjes) wordt
ziek en gaat tenslotte dood. ( bron : http://uilentuinhethoog.nl)
en de koe kijkt toe |
Het zijn prachtige vogels met een heel indrukwekkend uiterlijk!
BeantwoordenVerwijderenMooi!
groetjes,
Maria