Dodaars |
Internet afgezocht naar wetenswaardigheden over het kleinste lid van de Futenfamilie.
Dodaars |
Rennend over het water |
Dodaars jong |
Dodaarzen danken hun naam aan hun korte, witte achterwerk.
Het achterste is het gehele jaar voorzien van een vuilwitte 'poederdons', de 'dodde-aars'.
In het Vlaams heet hij Dod-aars. Die Vlaamse naam is veel beter, want hij heeft opvallend veel veren (een dot) van achteren, maar vrijwel geen staart.
Jagers noemden vroeger de Dodaars ook wel "hagelzakje" Ze werden namelijk geschoten, gevild en binnenstebuiten gekeerd, om als zakje te worden gebruikt om de hagel voor het geweer in te doen.
In het Zuid Afrikaans het-ie "Kleindobbertjie" en in het Fries Dûkerke.
Rennend over het water |
Dodaars |
Vaak verraad de vogel in de broedtijd zijn aanwezigheid
alleen door de roep, een hoge triller die klinkt als bi-bi-bi-bi. In de winter
zoekt de dodaars opener water op en is dan ook op vijvers in steden te vinden,
hoewel de vogel ook dan erg schuw blijft.Bedreigd of niet? De soort staat niet meer op de Rode Lijst
vanwege de duidelijke toename van het aantal broedparen in ons land sinds de
jaren negentig. Wel moet opgemerkt worden dat een strenge winter grote invloed
kan hebben op de stand. (bron vogelbescherming, vogelvisie, Wikipedia,
IVN Vecht & Plassengebied, vogelwachtuden)
Dodaars is onze eigen
pinguin ( bron Theo Schildkamp)
Als je 'ploep' hoort in het water en je ziet een kogelrond
vogeltje als een ondergeduwde kurk uit het oppervlak naar boven schieten, dan
is dat een Dodaars. Een tamelijk kleine vogel. Niet veel groter dan een Merel,
inclusief diens lange staart. Zelf bezit de Dodaars geen staart. Net zoals zijn
grote neef, de Fuut, Maar die mag weer showen met een parmantige kuif, een
fraaie kraag en stoere bakkebaarden. En met bovendien een forse snavel en een
lange, ranke hals. Nee, de Dodaars werd niet zo gul bedeeld.Het is een eenvoudig beestje, roodbruin in de zomer,
grijsbruin in de winter. Tussen mannetje en vrouwtje zie je geen verschil. Ook
hun stemgeluid is hetzelfde. Het is een hoogst merkwaardig soort gehinnik, een
soort triller die wat betreft toonhoogte en snelheid nu eens aanzwelt, dan weer
afneemt. Graag geven ze het tweestemmig ten beste, vooral gedurende de
baltstijd. Forse duetten worden er dan ten gehore gebracht, waarbij de twee verliefden
tegenover elkaar in het water liggen en de heer de dame zo nu en dan een
sliertje waterplant aanbiedt. Heel netjes. Heel elegant. De tweezang moet als
vervanging dienen van het opzienbarende baltsgedrag dat andere fuutachtigen
erop na houdenVeel meer dan een breed rompje met een nekje en een koppie
is de Dodaars niet. Er zitten natuurlijk wel twee poten onder. Maar ook die
doen ons de wenkbrauwen vragend optrekken. Ze zitten namelijk zo ver achter aan
het dikke lijfje dat de vogel er nauwelijks op kan lopen. Ze maken slechts een
onbeholpen en traag gescharrel mogelijk, waarbij het beestje telkens naar voren
dreigt om te kiepen. En laten we het over de voeten zelf maar niet hebben: rare
flapvoeten zijn het, met slobberige tenen. Net een pinguïn, die Dodaars.Van lopen houdt hij dan ook niet. Van vliegen evenmin.
Zwemmen, dat is zijn lust en zijn leven! In het water voelt hij zich als een
vis in het water. Maakt niet uit wat voor water. Zoetwaterplassen, moerassen,
vennen, beken, sloten en vaarten: allemaal prima. Maar echt favoriet zijn de
plekjes waar het ondiep is en dichtbegroeid. Daar grabbelt hij, al duikend,
zijn kostje bijeen: visjes, slakjes, schaaldiertjes, kreeftachtigen,
waterinsecten en zo nu en dan een hapje plantaardig spul. Veren lust hij ook
graag. Zijn eigen veren. Dat heeft hij gemeen met de rest van de futenfamilie.
Met smaak worden de eigen veren verorberd of aan de jongen gevoerd. Men weet
niet precies waarom.Er wordt wel geopperd dat de veren dienen als bekleding van
de maagwand, zodat deze enigszins beschermd is tegen scherpe graten, fragmenten
van slakkenhuisjes en dergelijk puntig spul. Maar het kan ook te maken hebben
met de recycling van belangrijke vitaminen en mineralen.Waarvan we wel het fijne weten is de geraffineerde nestbouw.
Het nest is een eilandje van rottend plantenmateriaal. Het schijnt lukraak rond
te dobberen, maar het is wel degelijk stevig vastgemaakt aan de plant of de tak
waaromheen het werd gebouwd en die dienst doet als anker. Maar waarom geen
droge en schone planten als nestmateriaal? Nou, aan netjes en keurig hebben
dieren een broertje dood. Om efficiency gaat het! Rottende planten geven warmte
af en dat helpt bij het broedproces. Bovendien kleurt het uit de kletsnatte
troep wegsijpelende bruingroene sap de oorspronkelijk witte eieren zodanig, dat
ze niet van de omgeving te onderscheiden zijn.Slim, maar niet gewiekst genoeg voor alle hongerige
nestrovers. Reigers, Kiekendieven en Meeuwen laten zich niet zo gemakkelijk
beetnemen. Ze houden danig huis onder de eieren en jongen, ook al worden deze
bij gevaar vlug onder het nestmateriaal verstopt. Snoeken lusten eveneens wel
pap van de jonge Dodaarsjes. Die er trouwens zelf bijna om smeken opgeslokt te
worden. Ze begeven zich namelijk al een paar uurtjes nadat ze uit het ei zijn
gekomen te water om een potje te gaan zwemmen. Daarbij wordt nogal gesparteld,
want een jong Dodaarsje zwemt meer als een kikker dan als een heuse zwemvogel.
Dat ontgaat een Snoek natuurlijk niet.De volwassen vogels blijven echter met de moed der wanhoop
zorgen voor nageslacht. Drie broedsels per jaar, telkens bestaande uit een stuk
of vijf eieren, zijn heel normaal. Er mogen dus per gezin dertien jongen
sneuvelen, wil de soort op peil blijven. De Dodaarzen maken zich er niet dik
om, om die kindersterfte. Ze maken zich liever dik uit louter plezier. Want dat
is wat ze het liefst: lekker de veren uitzetten.Ze hebben meer van dergelijke aparte gewoonten. Zo laten ze
zich bij onraad zo ver onder water zakken dat alleen het koppetje nog boven het
oppervlak uitsteekt. Als de periscoop van een duikboot. Waakzaam spiedt het om
zich heen. Aan zijn pittige, levendige gezichtsuitdrukking kan je dan heel goed
zien dat het een altijd vrolijke en alerte vogel is.De laatste decennia was er tot de '90 aan constante afname
die de dodaars op de rode lijst deed terechtkomen. Waarschijnlijk is deze
verarming van de natuur veroorzaakt door onze verrijking die zich uit in vies
water en waterrecreatie. De situatie is nu weer iets beter, maar het blijft
moeilijk dit schuwe dotje veren in de kijker te krijgen.
Wat een leuk stukje om te lezen! En leuke foto's. Ik moest wel lachen bij die rennende, echt gaaf.
BeantwoordenVerwijderenMaar Hagelzakje....... tssss.
Marianne