maandag 25 mei 2020

Een Zwartkopmeeuw midden in de stad

Zwartkopmeeuw

Op weg naar huis ga ik toch een tussenstop maken bij het politiebureau in Leidsche Rijn. Even het dak op om te kijken of de visdiefjes er een nest hebben gebouwd.

Politiebureau Leidsche Rijn (Utrecht west)

Een nest vind ik niet, wel vliegt er krijsend een visdiefje over met een visje in zijn bek. Later als ik weer op de grond sta, zie ik toch de visdiefjes op de rand van het dak zitten. Over een week nog maar een keertje kijken.

Visdiefje
Omdat ik toch op het dak van het politiebureau loop, maar even kijken hoe met onze scholekster gaat. De ouders zijn nog volop aanwezig en proberen mij af te leiden. Maar het jong zit op de plek waar hij zich iedere keer verstopt. Fijn dat het goed met hem gaat. Even snel een fotootje en weer terug in zijn hoekje.

Scholekster


Maar onderweg bij de Leidsche Rijn, valt mijn oog op een grote witte vogel met een pikzwarte kop, boven op het standbeeld. Zou het ? Ja het is inderdaad een zwartkopmeeuw, een meeuw die niet in de stad thuis hoort.

Standbeeld "Het Verkeer"
Leuk om er een foto van te maken en de meeuw voelt zich er kennelijk thuis en blijft al rondkijkend rustig boven op het standbeeld staan.
Meestal zie ik ze in een weiland op afstand en vliegen ze op als ik stop om een foto te maken.
Dus bij deze een paar foto’s van deze bijzondere meeuw

Zwartkopmeeuw


Zwartkopmeeuw


Zwartkopmeeuw

Zwartkopmeeuw

Overigens in de Leidsche Rijn drijft ook een slapende Fuut, met slapend een jong op zijn rug.
Het jong is al zo groot, dat het zich niet meer verstoppen kan tussen de veren.

 
Fuut

Slim of lui jong

STANDBEELD "HET VERKEER"
"Het Verkeer" (1939) van Steph Uiterwaal.
Het maakte deel uit van drie beelden die bij de destijds nieuwe overkapping van de Leidse Rijn stonden. Sinds 1984 staat het beeld op de hoek van de Damstraat en de Leidsekade (bron: wikipedia)

ZWARTKOPMEEUW
Adulte vogels hebben geheel witte slagpennen. Bovendelen zijn lichtgrijs en de onderdelen geheel wit. De kopkap is zwart, met een duidelijk witte oogrand. Bloedrode, dikke snavel, rode poten. Mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit. 's Winters verdwijnt de kopkap en blijft er alleen nog een donkere 'veeg' over achter het oog. Eerstejaars vogels lijken op onvolwassen stormmeeuwen maar hebben geheel witte ondervleugeldekveren en een lichtere grijze middenbaan op de bovenvleugel. 

Daarnaast zijn de poten zwart of rood en is de snavel nagenoeg zwart. Eerstejaars vogels krijgen vanaf september al lichtgrijze bovendelen en de donkere 'veeg' achter het oog verschijnt. Tweedejaars vogels lijken al op adulte vogels maar hebben een variabele hoeveelheid zwarte vlekken op de vleugelpunten en vlekkerige kop.

Broedt in kustlagunes, moerassen in open laagland, bij voorkeur met enige vegetatie, over het algemeen vermijden ze kale grond; soms in de kustgebieden op kwelders. Vaak in intensief bewerkte graslanden te vinden.

Veelzijdig in zijn methoden om voedsel te vinden. Zoekt vooral lopend naar voedsel op land en in ondiep water en op slik, maar jaagt ook op vliegende insecten en pikt voedsel uit het water. Voedsel voornamelijk insecten, zoals emelten, kevers, rupsen, maar ook jonge vogels, vis en afval.
Grotendeels trekvogel, het grootste deel van de populatie overwintert in het gebied rondom de Middellandse Zee en de Zwarte Zee en aan de kusten van West-Europa. Dagtrekker in losse groepjes, veelal langs de kust. In Nederland komen de broedvogels aan in april. Vanaf juli verlaten ze de kolonies. Weinig doortrek in Nederland, nog het meest in het zuidwesten van het land. De aantallen zijn met name klein doordat Nederland het noordelijkste verspreidingsgebied is. (bron : vogelbescherming.nl)

1 opmerking: